Tien dagen voor het overlijden van Ariaantje:
Folio 253v-255v 13-06-1801
Verschenen voor Willem Visser, Schout, Albertus, van Rheeden en Pieter van Waveren, schepenen te Hillegom, op 13 Junij 1801 Leendert Waasdorp en Ariaantje Waijers, echtelieden in gemeenschap van goederen getrouwd, wonende alhier en maken hun testament op. Zij benoemen malkander tot enige erfgenamen. Als voogden over hun te verwekken kinderen en door de eerststervende na te laten, worden benoemd: de Burgers Johannes Waasdorp, wonende te Amsterdam, Dirk Warmerdam, te Hillegom en Maarten Visser, te Bennebroek. Ingeval de testateuren beiden vroegtijdig komen te overlijden benoemen zij deselve voogden als bezorgers van hun begrafenissen en redders van hunnen boedel en sterfhuijsen. Hillegom, 13 Junij 1801.
Johannes Jacobus Huijser, schout, Frederik Visser en Cornelis Heemskerk, schepenen van Hillegom.
Acte Nr. 44 04-09-1810
Verschenen en gecompareerd. Dirk Warmerdam, wonende alhier en Maarten Visser, wonende op De Glip onder Heemstede als redderaars van de boedel van wijlen Leendert Waasdorp en Ariaantje Waijers, overleeden, en voogden over de minderjarige kinderen. Comparanten verkopen op 5e van Zomermaand (juni) 1810 in publique veilinge aan Willem van Vessum, alhier; een huiis en erf (no. 2) mitsgaders een perceel thuinland staande en geleegen in de Oostender Polder te Hillegom, groot 4 Morgen 38 roeden, doch verongeldende voor 4 Morgen 100 roeden. Belend; ten Z. W., N.W. en N. Willem van Zanten en ten N. O. mejuffrouw MC. de Waal Malefzjt en de erven Brand van der Weijden, ten O. Frans Lommerse en ten Z. de volgende perceelen. ; Nog twee stukken weiland, geleegen als boven, ’t eene parthij groot 2 Morgen 150 Roeden. Belend; ten N. W. het voorgaande perceel, ten W. en Z. W. Willem van Zanten, ten Z. o. de Molesloot en daarover Cornelis van Beijeren en ten N. o. het volgende parthij, verongeldende voor 2 Morgen 250 Roeden. En het andere parthij groot 2 Morgen 232 Roeden. Belend; ten N. O. Frans Lommerse, ten N. W. het eerste perceel, ten Z. W. het voorgaande parthij ten Z.o. de Molesloot en daarover Comelis van Beijeren, verongeldende voor 2 Morgen 350 Roeden, door Willem van Zanten in eigendom opgedragen op den 12den van Wijnmaand (oktober) 1791, leggende dit perceel voor 8 Morgen 490 Roeden in ’t Polder- of Molengeld, contribueerende in de verponding der gebouwen tot f 6:14:00 en het land tot f 36:18:00. Comparanten verklaarden het hiervoor gemelde perceel verkogt te hebben voor eene somma van f 4.011,= in gereede geld ontvangen de somma van f2.511,- de overige f 1.500,- op kusting, hierna volgende geënsereerd, desechter dat deze kusting met opzicht tot zodanige schuldbrief, groot f2.000,= capitaal als door den getransporteerden op heden mede ten overstaan van ons schout en schepenen ten behoeven van den boeren Jan Godlieb Bruijn, Willem Pluijm en George Voorhelm Schneevoogt, allen wonende te Haarlem, staat te worden gepasseerd, zal uitmaken een tweede Hipotheecq, en dus nimmer eenig verder regt of meerdere strekking zal kunnen hebben. Etc. Compareerde dan ook vervolgens voor ons schout en schepenen, Willem van Vessum, alhier, als koper van het hier voren aan hem getransporteerde perceel, welke verklaarde schuldig te zijn aan Johannes Waasdorp, wonende te Amsterdam, Dirk Warmerdam, alhier en Maarten Visser, wonende op De Glip onder Heemstede, ten behoeve van Klaasje, Willemijntje, Marijtje Jan en Martijntje Waasdorp, nagelaten kinderen van wijlen Leendert Waasdorp en Arriaantje Waijers, in der tijd echtelieden ofte derzelver rechtverkrijgende, eene capitale somma van f 1.500,= . 20 stuijvers het stuk, spruitende uit koop van een huijs en erf (no. 2) mitsgaders een perceel tuinland, zoals hierboven beschreven. Intrest 5%. Comparant verbindt hieraan het door hem gekochte als hierboven beschreven.
Nog compareerde voor schout en schepenen; Pieter Loukamp en Jan Bergman, beiden wonende alhier, welke verklaarden borg te staan voor de schuld van bovengenoemde f 1.500.=.
Hillegom, den 4e van Herfstmaand (september) 1810.